pannenkoeken

Een pannenkoek is een gerecht dat wordt gemaakt van bloem, ei en melk en een klein beetje zout. Hoewel tegenwoordig veelal bloem wordt gebruikt, wordt een pannenkoek oorspronkelijk van half boekweitmeel en half bloem gebakken. Sommigen maken een kunst van het omdraaien van een pannenkoek en werpen de pannenkoek vanuit de pan omhoog om hem weer omgedraaid in de pan terug te vangen. De pannenkoek wordt vaak opgerold of opgeplooid gegeten met zoete of hartige vulling. Men kan ze zowel warm als koud eten. Voor kinderen en volwassenen is het vaak een feest als er een stapel pannenkoeken op tafel wordt neergezet.

Varianten
Blinis zijn Russische boekweitpannenkoekjes, die met een hartige vulling (zoals kaviaar) worden gegeten. In Roemenië wordt er veel pannenkoek, daar clătită, gegeten vaak met een hartige, maar ook wel zoete, vulling.

De Franse crêpe is een heel dun soort pannenkoek, meer een flensje, zoals in Crêpes Suzette. Vooral in Limousin, Bretagne en het noorden van Frankrijk bestaat er een bijzonder rijke traditie en gamma van pannenkoeken, galettes en tourtou.

In de Verenigde Staten is de “pancake” een luchtig schijfje van 5 tot 10 cm diameter dat dankzij rijsmiddelen één à twee centimeter dik is. Ook maakt men wel gebruik van karnemelk in plaats van melk. Deze worden gegeten met ahornsiroop of iets anders zoets als ontbijt.

Een pannenkoek ruim belegd met gehakt of salami en groentes zoals champignons, taugé en paprika, daarna bestrooid met geraspte kaas en ten slotte gegratineerd, wordt wel een panza genoemd (samentrekking van pannenkoek en pizza). Ook kun je een taart maken van pannenkoeken: je stapelt een hoop pannenkoeken op elkaar op en kunt er dan bijvoorbeeld chocolade of iets hartigs tussen doen.

Pannenkoeken